Door Chris Rosa
De kleurrijke gebouwen in het centrum van Willemstad zijn een goede afspiegeling van onze levendige cultuur. Maar ook onze keuken zegt veel over die cultuur, die door de eeuwen heen aan talloze invloeden onderhevig is geweest. Als je Curaçao bezoekt, betekent dat niet dat je naar een enkel Caraïbisch paradijs gaat. Sommige van onze gerechten voeren je naar heel andere werelddelen. Zo vertelt onze keuken het verhaal van de Zuid-Amerikaanse migratiegolven, de slavernij en onze sterke band met Nederland, ontstaan in de koloniale tijd. Ik zal je een korte rondleiding geven.
Ik weet het, sommige mensen vinden het idee van groentepannenkoeken vloeken in de kerk, maar vertrouw me. Deze pannenkoekjes worden traditioneel bereid met de 'pampuna dòl di webu' of 'eierdooierpompoen', een naam die verwijst naar de rijke kleur, textuur en smaak. Deze pompoen is vergelijkbaar met de Japanse kabochapompoen en is zoeter dan andere soorten, maar het zijn de rozijnen die dit gerecht pas echt bijzonder maken. Telkens als je op een van die kleine, sappige bommetjes bijt, verspreidt zich een heerlijke zoetheid door je mond die de pannenkoekjes onweerstaanbaar maken. Je vindt de pannenkoekjes in diverse eettentjes en supermarkten in Curaçao. En als je dan toch in het centrum van Willemstad bent, kun je net zo goed even naar de Old Market lopen en je pompoenpannenkoekjes halen bij Zus di Plaza, wat je zou kunnen vertalen als 'zusje van de markt'. Dit eettentje is een begrip in Willemstad – een soort 'Jenny from the Block'. Laat je niet in de luren leggen door de moderne inrichting: Zus serveert hier al sinds de jaren zeventig traditionele Curaçaose gerechten.
Misschien staat het idee van een stoofschotel met papaja, vlees en varkensstaart je tegen en denk je dat iedereen op Curaçao een beetje gek moet zijn geworden. En dat klopt ook wel. Maar laat me even uitpraten. De papaja is een van de meest voorkomende fruitbomen op Curaçao. Het is dan ook niet gek dat de bewoners papaja hebben gebruikt voor dit verrassend smaakvolle gerecht. Het zoete van de papaja is de perfecte tegenhanger van het gezouten vlees en de varkensstaart. Een en ander resulteert in een heerlijk zoet en hartig gerecht, een combinatie van smaken waar je zelf nooit aan zou hebben gedacht: de papajastoof, trots van de eilandbewoners.
Pastechi zijn halvemaanvormige pasteitjes gevuld met kaas, rundvlees, kip, tonijn, witvis of groenten. Ze worden vaak bij het ontbijt gegeten. Als je deze goudbruine lekkernijen dus vers wilt proeven, moet je 's ochtends naar de winkel of snackbar. Het enige wat ik verder nog over deze pasteitjes kwijt wil, is dat je na een tijdje niet meer zonder kunt!
'Dushi' is een zeer bekend woord in het Papiaments. Het kan 'aangenaam', 'zoet' en zelfs 'liefje' betekenen. We gebruiken het woord voor het beschrijven van muziek, mensen, ervaringen en zelfs voedsel. 'Kos di boka dushi' of 'zoete hapjes' is hoe we onze zoete lekkernijen noemen. Een van de populairste zoetigheden in Curaçao is gebaseerd op de derde letter van het woord 'dushi' – het S-vormige pindakoekje met de naam 'lèter di pinda'. Trots als we zijn op onze voorouders, die dit recept hebben bedacht, hebben we gezworen die letter nooit meer te veranderen – anders zouden we onze cultuur geweld aandoen. Andere populaire zoetigheden in Curaçao zijn de panseiku (brosse pindakoekjes), tentalaria (cashewnotencrème), tert di pruimu (pruimentaartjes), kokada (snoep van geraspte kokos) en ko’i lechi (fudge op basis van melk).
Sòpi di Banana is precies wat het zegt: bakbananensoep. In het Papiaments betekent 'bakoba' banaan en 'banana' bakbanaan. Ook deze bakbananensoep is een voorbeeld van inventief koken, aangezien soep doorgaans bereid wordt met groenten. In tegenstelling tot bananen bevatten bakbananen meer zetmeel, net zoals yukka en aardappel, wat ook verklaart waarom ze vooral als groenten worden gebruikt. Net zoals geldt voor de bereidingswijze van de papajastoof, worden de bakbananen gekookt met gezouten vlees en varkenstaart, als tegenhanger van het zoete fruit. Het resultaat is een hartige, zoetige en romige soep waar je van blijft smullen.
Omdat Curaçao omgeven is door water, eten we veel vis, en dus ook veel gefrituurde vis. Vissen die met name in het vet verdwijnen, zijn rode snapper, mahi-mahi (goudmakreel), marsbanker en tandbaars. Gefrituurde koraalduivel en ceviche van koraalduivel zijn ook populaire gerechten, aangezien duikers aangemoedigd worden om op deze invasieve soort te jagen om zo onze koraalriffen te beschermen. Gefrituurde vis wordt vaak geserveerd met rijst, (gefrituurde) maïsmeelpuree en/of gefrituurde bakbananen. De beste plek om vis te eten en je onder te dompelen in de echte Curaçaose keuken is Kas di Piskado Purunchi, in de buurt van Punda en Otrobanda.
Okrasoep is zo'n gerecht dat niemand onberoerd laat. De soep is wat slijmerig, wat sommigen afschuwelijk vinden, terwijl anderen juist de allerlaatste druppels willen opslurpen. Jambo wordt doorgaans geserveerd met maïsmeelpuree – een gerecht dat de Atlantische Oceaan is overgebracht door tot slaaf gemaakte Afrikanen die op de plantages van Curaçao tewerk werden gesteld en in 'kas di pal'i maishi' woonden, de beruchte kunukuhuisjes. Je kunt okrasoep eten op de Old Market in Punda of in restaurant Komedor Krioyo. Andere populaire soepen zijn sòpi di yuana (iguanasoep), sòpi di mondogo (soep met pens) en sòpi di kadushi (cactussoep).
Tutu, Papiaments voor 'schattig', is in wezen puree van maïsmeel en bonen die tot een worst is gevormd. Tutu wordt gemaakt door maïsmeel en water toe te voegen aan gekookte zwartoog- of kidneybonen. Soms wordt er ook nog kaas op de warme tutu gelegd, zodat die een beetje begint te smelten. Word je daar niet warm van?
Over kaas gesproken: hét gerecht van Curaçao is gevulde kaas, oftewel keshi yená. Door onze koloniale banden met Nederland – een grote producent en exporteur van kaas – vinden we dit product in veel van de hier beschreven gerechten terug. Keshi Yená is kaas gevuld met kip of vlees, groenten, gedroogde vruchten en diverse specerijen. Hoewel het tegenwoordig minder vaak gebeurt, wordt de kaas traditioneel bereid in bananenbladeren – een populaire bereidingswijze, zoals we ook bij het volgende gerecht zullen zien.
En last but not least: Ayaka. Een bekend gerecht in de Curaçaose keuken. Ayaka (of Hallaca in het Spaans) komt uit de Venezolaanse keuken en wordt met name tijdens de feestdagen gegeten. Het is in wezen maïsmeeldeeg gevuld met rund, kip en/of varkensvlees, groenten en gedroogd fruit. Ayaka wordt vóór het koken verpakt in bananenblad. De multiculturele herkomst van dit gerecht blijkt uit de Europese ingrediënten zoals rozijnen en olijven, inheemse ingrediënten zoals anattozaad (voor de kleur) en de Afrikaanse bereiding met het bananenblad. Het gerecht is geïntroduceerd door tot slaaf gemaakte Afrikanen die de restjes van het kerstmaal van hun meesters verwerkten in maïsmeeldeeg. Vergeet vooral niet Ayaka te proeven als je tijdens de feestdagen op Curaçao bent.
Zoals je kunt zien, is onze eclectische keuken geïnspireerd door onze rijke geschiedenis. Sommige populaire ingrediënten, zoals de ketjap manis die we gebruiken voor onze geliefde pindasaus, hebben zich in onze cultuur genesteld door ons gemeenschappelijke Nederlands-koloniale verleden met Indonesië, een land dat niet verder van Curaçao af zou kunnen liggen. Dat gezegd hebbende, nodig ik je uit om je eens te verdiepen in de geschiedenis van onze favoriete gerechten. Leer Curaçao kennen via je maag!