Een van de oudste landhuizen van Curaçao is Jan Kok. Het landhuis werd in 1840 gebouwd om het exemplaar dat in het begin van de 18e eeuw wat gebouwd te vervangen. Het centrale deel heeft een zadeldak en er zijn verschillende aanpalende gebouwen. De oude slavenklok hangt nog altijd aan het zuidelijk terras. Het landhuis is vernoemd naar de 18e-eeuwse slavenmeester Jan Kok, die bekend stond om zijn wreedheid. Veel mensen geloven nog altijd dat zijn kwade geest het huis bezoekt.
Vanaf het terras kunt u uitkijken over de zoutpannen van de St. Marie-baai, waar tegenwoordige flamingokolonies het landschap kleuren. De plantage, die 345 hectare groot is, was in aanleg een zoutplantage, hoewel er ook cultuurgewassen te vinden waren en aan veeteelt werd gedaan. Rond 1860 werkten er nog 100 slaven. U kunt het landhuis bezoeken, waar Nena Sanchez (een bekende lokale kunstenares) haar galerie heeft.